Méérdere potentiële plaaggevoeligheidsgenen tegelijk aanpassen in aardappels met CRISPR-Cas techniek

Onderzoekers zijn er voor de eerste keer in geslaagd om meerdere genen die aardappelplanten mogelijk vatbaar maken voor de gevreesde plaag Phytophthora infestans tegelijk aan te passen. Doctoraatsstudent Ania Lukasiewicz (ILVO-VIB) gebruikte daarvoor de ‘new breeding techniek’ CRISPR-Cas. Of de genen effectief uitgeschakeld zijn en de nieuwe aardappelplanten effectief resistent zijn tegen de plaag, moet verder worden getest. Maar voor de ontwikkeling van een nieuwe generatie, langdurig resistente aardappelrassen is deze wetenschappelijke doorbraak alvast een eerste stap.

Het Europees parlement zette vorige week het licht op groen om planten verkregen met bepaalde new breeding technieken (de zogenaamde NGT’s) zoals CRISPR-Cas uit te sluiten van de zeer strikte Europese ggo-wetgeving. In het wetsvoorstel dat zij stemden worden twee verschillende categorieën en twee soorten regels voor NGT-planten onderscheiden (NGT 1 en NGT 2). NGT 1-planten waaronder planten verkregen met bepaalde CRISPR-Cas technieken worden door de Europese voedselveiligheidsdienst EFSA als even veilig (‘gelijkwaardig’) beschouwd als traditionele planten en daardoor vrijgesteld van de voorschriften van de ggo-wetgeving. Het wetsvoorstel moet nog voor stemming voorgelegd worden aan de lidstaten in de Europese Raad.

Aardappelplaag

De schimmel Phytophthora infestans is verantwoordelijk voor de aardappelplaag die midden 19e eeuw aanleiding gaf tot de grote hongersnood in Ierland. Ook in Vlaanderen veroorzaakt de schimmel nog steeds grote verliezen in de aardappelsector. In totaal gaat het in Europa om een jaarlijks verlies dat schommelt rond 1 miljard euro.

Aardappelvelden worden preventief behandeld met gewasbeschermingsmiddelen om de plaag te beheersen. Dit verhoogt het risico op de vorming van nieuwe resistente schimmelvarianten en zet druk op het milieu. Daarom zoeken wetenschappers naar andere oplossingen. Aardappelrassen ontwikkelen die resistent zijn tegen de schimmel, is één van die oplossingspaden.

Wilde aardappels x commerciële rassen

De klassieke manier om resistente rassen te maken is via veredeling oftewel het gericht kruisen van moeder- en vaderplanten met interessante kenmerken en het selecteren van kruisingen waarin die kenmerken terugkomen. Resistentiegenen uit wilde aardappelsoorten worden op die manier stap voor stap ingekruist in bestaande commerciële rassen. Om een stabiele resistentie te bekomen die niet snel wordt doorbroken in het veld, is het nodig om meerdere resistentiegenen samen in te kruisen. Bij aardappel kan het veredelingsproces tot 50 jaar duren.

Gerichte knip in het DNA

Om dit proces te versnellen, wordt New breeding technologie ingezet om zogenaamd ‘prebreeding’ materiaal te genereren dat vervolgens in de klassieke veredeling wordt ingekruist. Bij de hier relevante vorm van CRISPR-Cas wordt geen vreemd DNA ingebracht maar worden heel gericht de eigen genen die verantwoordelijk zijn voor bepaalde eigenschappen in de plant ‘geknipt’. Het op deze manier uitschakelen van zogenaamde ziektegevoeligheidsgenen in aardappel zou een goede alternatieve strategie zijn om verbeterde resistentie in aardappelrassen tegen bijvoorbeeld de plaag te introduceren. Gevoeligheidsgenen worden door de ziekmakende schimmel gebruikt om de plant te besmetten, zichzelf te vermenigvuldigen in de plant en zichzelf te verspreiden.

Revolutionair: méérdere genen in één keer geknipt

Doctoraatsonderzoeker Ania Lukasiewicz (ILVO/VIB) slaagde erin om meerdere van die vermoedelijke gevoeligheidsgenen tegelijk te muteren. Hetzelfde procedé werd eerder al met succes toegepast voor één enkel gevoeligheidsgen in aardappel, mét bewezen verhoogde resistentie in het veld. Maar nooit eerder werd het met succes gedaan voor meerdere van die genen tegelijk, en dat is voor langetermijnbescherming tegen de plaag net zo interessant. Meerdere genen tegelijk uitschakelen verhoogt het verdedigingsmechanisme van de plant om een besmetting te onderdrukken of zelfs helemaal te voorkomen.

Ania Lukasiewicz: “Ik heb in mijn onderzoek gebruikgemaakt van de grote gelijkenis tussen gevoeligheidsgenen in verschillende plantensoorten. We konden in het aardappelgenoom in totaal 87 genen identificeren waarvan we sterk vermoeden dat ze gevoeligheidsgenen zijn. Binnen deze set van genen hebben we vervolgens een selectie gemaakt en verschillende hiervan hebben we succesvol kunnen aanpassen met behulp van de CRISPR-Cas techniek.”

Of de nieuwe aardappels van Ania Lukasiewicz ook effectief resistent zijn en blijven tegen de gevreesde schimmel, moet nog verder worden onderzocht.

GeCRISPRde planten als NGT 1-planten

In de natuur worden genen meestal uitgeschakeld doordat er onder invloed van bijvoorbeeld UV-stralen willekeurige afwijkingen ontstaan in het DNA van dat gen. Dit betekent dat de sequentie – de volgorde van de letters van het DNA – een klein beetje verandert. Dit kan tot gevolg hebben dat het eiwit dat normaal gezien in de plantencel gemaakt wordt op basis van dit gen, niet meer hetzelfde is en dus ook niet meer werkt. In dat geval zeggen we dat het gen ‘uitgeschakeld’ is.

Bij CRISPR-Cas worden wijzigingen niet willekeurig aangebracht maar op heel specifieke plaatsen in het DNA. De plant reageert daarop met hetzelfde herstelmechanisme. Omdat de resulterende plant ook spontaan in de natuur zou kunnen voorkomen, valt deze techniek onder de voorgestelde NGT 1-categorie in het Europese wetsvoorstel.

Doctoraat

Ania Lukasiewicz verdedigde haar doctoraat ‘Building resistance: multiplex CRISPR/Cas editing in potato’ op 23 november 2023 in het Technologiepark in Zwijnaarde. Promotoren waren Dr. Tom Jacobs (VIB/UGent), Prof. dr. Frank Van Breusegem (VIB/UGent), Dr. ir. Tom Eeckhaut (ILVO) en Prof. dr. Tom Ruttink (ILVO/UGent). Intussen is Ania Lukasiewicz werkzaam bij Wageningen Universiteit.

Contact

Ania Lukasiewicz, doctorandus: ania.lukasiewicz@wur.nl

 

 

Delen

Meest recente verhalen

Website preview
Mengteelt kuilmaïs-klimboon en sorghum tonen economische en ecologische troeven in 4-jarig onderzoek
Rundveehouders kunnen in hun maïskuil 10% meer ruw eiwit-opbrengst krijgen, wanneer ze klimbonen rond de maïsstengels laten meegroeien. Ook sorghum als derde melkveegewas naast maïs en gras biedt potentieel. Op droge gronden en in droge jaren toont sorghum meer veerkracht dan maïs en de zetmeelrijke types leveren bij 15% minder stikstofbemesting toch een gelijkaardige ruw eiwit-opbrengst als maïs, maar met een lagere totaalopbrengst en zetmeelconcentratie. Sorghum en de mengteeltformule maïs-klimboon zijn 4 jaar lang onderzocht door ILVO, HOGENT-UGent en de Hooibeekhoeve in het VLAIO-project Farmers’ Benefits. Er zijn praktische richtlijnen opgesteld voor melkveehouders, die op 20 november toegelicht worden tijdens een studiedag in Merelbeke-Melle. Inschrijven kan tot 17 november.
ilvo.prezly.com
Website preview
ILVO, UGent en HoGent maken balans op van 10 jaar Varkenscampus en 11 jaar melkveestal
ILVO, UGent en HOGENT vieren het tienjarig bestaan van de onderwijs- en onderzoeksstal Varkenscampus in Merelbeke-Melle. In de stal werden 70 wetenschappelijke experimenten uitgevoerd naar diergezondheid, precisievoedering, dierenwelzijn en ammoniakemissies, en 6.000 stages, practica en workshops gegeven. ILVO viert tegelijk het elfjarige jubileum van zijn melkvee-onderzoeksstal. Daar staat de balans op meer dan 100 wetenschappelijke proeven, met een duidelijke focus op voeder- en emissieonderzoek. ILVO, UGent en HOGENT leidden voor de gelegenheid de gespecialiseerde pers rond.
ilvo.prezly.com
Website preview
ILVO brengt hoopvol boek uit over innovaties in landbouw, visserij en voeding
Hoe technologie en klimaat ons nieuwe voedselkansen bieden. Met die opvallende ondertitel is ‘Het komt goed met ons eten’ vanaf dinsdag 7 oktober te koop in de boekhandel of webshop. Het is de eerste keer dat het Instituut voor Landbouw-, Visserij- en Voedingsonderzoek (ILVO) een boek voor een breed geïnteresseerd publiek uitbrengt. Het werpt nieuw perspectief op drie sectoren in verandering en doet dat vanuit een helikopterblik, objectief en in een toegankelijke taal.
ilvo.prezly.com

Persberichten in je mailbox

Door op "Inschrijven" te klikken, bevestig ik dat ik het Privacybeleid gelezen heb en ermee akkoord ga.

Over ILVO

Het Instituut voor Landbouw-, Visserij- en Voedingsonderzoek (ILVO) is een onafhankelijk wetenschappelijk onderzoeksinstituut van de Vlaamse overheid. Het krijgt van die overheid de opdracht mee te werken aan de verduurzaming van de landbouw, visserij en agrovoedingssector. In eerste instantie in Vlaanderen, maar bij uitbreiding ook in België, Europa en in de rest van de wereld. De missie van ILVO is kennis opbouwen om op een maatschappelijk verantwoorde manier, binnen de planetaire grenzen, voldoende, gezond en gevarieerd voedsel te kunnen produceren voor de 10 miljard te voeden mensen in 2050.

Neem contact op met

Burgemeester van Gansberghelaan 92, 9820 Merelbeke-Melle

pers@ilvo.vlaanderen.be

www.ilvo.vlaanderen.be