Begeleiding helpt Vlaamse melkveehouders klimaatimpact te verminderen 

Melkveebedrijven die efficiënt voederen, een hoge melkproductie per koe bereiken en hun (jong)vee goed managen, hebben de laagste klimaatimpact. Dat blijkt uit een grondige analyse van de 550 KLIMREK-scans die tussen 2021 en 2023 afgenomen zijn bij 320 Vlaamse melkveehouders. Ook een hoger beweidingspercentage is gunstig voor de klimaatimpact, terwijl een verhoging van het aantal koeien of de schaalgrootte op zich noch een positieve, noch een negatieve impact heeft. Wie tot slot jaarlijks zijn impact laat berekenen en systematisch bijstuurt, realiseert daadwerkelijk een continue daling. KLIMREK is de klimaatscan van ILVO en Boerenbond met steun van MilkBE.

Bij de productie van 1 liter melk in Vlaanderen komt gemiddeld 1,00 kg aan broeikasgassen vrij, maar achter dat gemiddelde zit een grote variatie tussen de bedrijven. De klimaatimpact varieert van 0,64 tot 1,76 kg CO2-equivalenten per kilo meetmelk. Waar ligt dat aan?

Melkproductie

Bedrijven met een hogere melkproductie per koe realiseren over het algemeen een lagere klimaatimpact per kilogram melk. Dit wordt grotendeels verklaard door de verdeling van de emissies over een groter productievolume, maar niet helemaal. Intensivering van de productie op zich is geen afdoende klimaatmaatregel; schaalgrootte in de zin van meer koeien per bedrijf ook niet. Analyse van de verschillen tussen de best en de slechtst scorende bedrijven, toont aan dat het aantal koeien (schaalgrootte) geen rol speelt. Hoewel erg kleine bedrijven eerder slecht presteren, zitten in de topgroep ook bedrijven met minder koeien dan de bedrijven in de middelmoot.

Veerle Van linden, projectcoördinator en onderzoeker bij ILVO: “Bedrijven die hun hoge melkproductie bereiken door in te zetten op efficiënt voederen en veel aandacht hebben voor diergezondheid, zeker bij de opfok van de kalveren maar ook daarna, scoren over het algemeen het best.”

(jong)Veemanagement

Een lagere afkalfleeftijd en een lager vervangingspercentage zorgen er concreet voor dat een bedrijf minder (niet-lacterend) jongvee moet aanhouden, wat de klimaatimpact van een bedrijf verlaagt. Vroeger kunnen afkalven door goed groeiend jongvee, kan bovendien zorgen voor een hogere melkproductie over de totale levensduur van de dieren, wat op zijn beurt de klimaatimpact per koe verlaagt. ​

Voederbeheer en mestopslag

Wat voeder betreft is efficiëntie en kwaliteit belangrijk. Een hogere voederefficiëntie resulteert in een lagere klimaatimpact per eenheid melk, terwijl een hoog sojagebruik juist gelinkt is aan een hogere impact per eenheid melk en per dier.

Veerle Van linden (ILVO): “Zelf instaan voor de productie van kwaliteitsvol ruwvoeder zoals gras en grasklaver en zuinig omspringen met aangekocht krachtvoeder, zodat de koeien een hoge voederconversie bereiken met een minimale inzet van soja, is een doeltreffende klimaatmaatregel.”

Ook beweiding, waardoor mest tijdens de zomer direct op de weilanden terechtkomt en minder lang op het bedrijf opgeslagen moet worden, gaat over het algemeen gepaard met een lagere klimaatimpact.

Grootste impact

Op vlak van voederaankoop (soja) en mestopslag kunnen melkveebedrijven die gemiddeld slechter scoren nog de grootste vooruitgang boeken. Het verschil tussen de beste en de slechtste groep is daar een verdubbeling van de klimaatimpact. Op vlak van voederaankoop gaat het niet zozeer om minder gebruik van soja, maar om het efficiënt omzetten ervan in melk. De topploeg produceert bijvoorbeeld gemiddeld 39,5 kg melk per kilogram gevoederde soja, terwijl de slechtste groep met een kilogram soja slechts 16,5 kg melk produceert.

Veerle Van linden (ILVO): “Het goede nieuws is dat veranderingen in voederbeheer doorgaans op korte termijn uitvoerbaar zijn, terwijl wijzigingen in mestopslag investeringen en dus een langetermijnplanning vragen. Dit pleit voor continue opvolging en advies op maat.”

Begeleiding werkt

Opvallend is dat de bedrijven die jaarlijks de KLIMREK-scan lieten uitvoeren, een 80-tal, daadwerkelijk een dalende trend vertoonden.

“Dit suggereert dat de KLIMREK-scan en de begeleiding door consulenten zijn vruchten afwerpt,” zegt Veerle Van linden (ILVO). “Door de scan jaarlijks te laten uitvoeren, krijgen we bovendien beter zicht op de invloed van externe factoren. Soms kan een landbouwer een belangrijke maatregel nemen die zich niet meteen vertaalt in een lagere klimaatimpact door externe factoren zoals het weer of een ziekte-uitbraak. Het is belangrijk dat we begrijpen hoe dat werkt, zodat landbouwers meer controle krijgen over hun eigen voetafdruk en gerichter kunnen bijsturen.”

Over het algemeen zien de onderzoekers tot slot dat de maatregelen die de klimaatimpact verbeteren, ook een positief effect hebben op andere milieuthema’s zoals de uitstoot van ammoniak (stikstof).

Een case uit Essen: De melk van boer Jan

Jan Van den Keybus is een melkveehouder in het Antwerpse Essen. Zijn kudde bestaat uit 300 melkkoeien. Hij liet de voorbije drie jaren telkens een klimaatscan uitvoeren en heeft zijn klimaatimpact stelselmatig kunnen verkleinen door in te zetten op efficiënt voederbeheer en een hoge melkgift. Zijn melk scoort met 0,86 kg CO2-equivalenten aan broeikasgassen per liter beter dan gemiddeld.

Jan van den Keybus, deelnemer KLIMREK: “Ik ben trots dat we beter scoren dan het Vlaams gemiddelde. We doen heel veel inspanningen om de gezondheid en melkgift van onze koeien te verbeteren en het rantsoen hieraan aan te passen. Elk (teelt)jaar is anticiperen om zo efficiënt mogelijk te werken. Het is dan ook een meerwaarde dat ik zoveel informatie over mijn werking uit de analyses haal en dat ik zelf kan bepalen welke bijkomende maatregelen ik wil treffen om mijn klimaatimpact verder te verbeteren. Want elke verandering heeft een impact op onze bedrijfsvoering maar ik wil ook het financiële plaatje niet uit het oog verliezen. Groen boeren met rode cijfers is ook geen optie.”

Verder investeren in klimaatscans

Boerenbond-voorzitter Lode Ceyssens: “Uit de vorige analyse van KLIMREK bleek dat onze Vlaamse koemelk de klimaatvriendelijkste is ter wereld. Daar mogen we trots op zijn. Vandaag zien we dat onze melkveehouders blijven inspanningen leveren om de broeikasemissies verder te laten dalen en klimaatvriendelijke melk te produceren. De resultaten tonen nogmaals de noodzaak aan om onze eigen lokale melkveehouderij in stand te houden en te ondersteunen in plaats van af te bouwen. ​ De meerwaarde van KLIMREK zit niet alleen in het rekenmodel maar vooral in het gepersonaliseerd advies en het inzetten op maatregelen die passen binnen het bedrijf. Daarom zet ook het Vlaams Energie- en Klimaatplan in op de klimaatscan en een keuzemenu voor melkveehouders. Met Boerenbond blijven we dan ook investeren in KLIMREK-modules voor melkveehouders en andere sectoren.

MilkBE, de brancheorganisatie voor de Belgische zuivelsector, die zowel de melkveehouders als de zuivelverwerkende bedrijven vertegenwoordigt, ondersteunt een snellere uitrol van klimaatscans, waaronder KLIMREK.

Lien Callewaert, ondervoorzitter MilkBE: “Al meer dan een jaar geleden benadrukten we in ons Duurzaamheidscharter het belang van individuele klimaatscans. Deze resultaten bevestigen onze visie: scannen zet bedrijven in beweging en stimuleert continue verbetering. Ik onthoud vooral het belang van inzetten op efficiëntie, hiermee hebben we op sectorniveau nog een mooi potentieel. Het zijn belangrijke inzichten die we als MilkBE verder zullen uitdragen.”

Over de KLIMREK Klimaatscan

Klimrek staat voor 'KLImaatMaatRegelen met Economische Kansen op het landbouwbedrijf'. ILVO coördineert onderzoek, Boerenbond en MilkBe zijn partner voor de klimaatscans in de melkveehouderij. KLIMREK bezit een digitale rekentool verbonden met de meest actuele rekenfactoren en -methodes. De klimaatconsulenten zijn opgeleid (en gebrevetteerd) om op basis van de zwaktes en sterktes van het bedrijf scenario’s uit te werken. De boer krijgt bij elke voorgestelde maatregel op een overzichtspagina de voorspelde klimaateffecten en een kosten-batenberekening.

In september 2025 presenteren de KLIMREK-partners de resultaten van drie jaar onderzoek in melkvee.

Beeldmateriaal

 

Meer info

Het nieuwe rapport is raadpleegbaar via https://doi.org/10.71493/acc1c5eb-47ba-4e9a-8120-1241db597dc4.

Tessa De Prins

Woordvoerder, Boerenbond

Jolien Willems

Secretaris, MilkBE

Over ILVO

Het Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek (ILVO) is een publieke wetenschappelijke instelling van de Vlaamse overheid gericht op duurzame landbouw, visserij en voeding. 750 medewerkers verrichten er toegepast onderzoek en leveren hooggespecialiseerde diensten voor actoren in de brede agrovoedingssector. ILVO mikt met zijn continue opbouw van basis- en toegepaste kennis op de verbetering van primaire producten (plantaardig en dierlijk), op economisch en ecologisch slimmere productiemethoden, op de meest geavanceerde bewaking van kwaliteit en veiligheid van de eindproducten (voeding en andere) en op beleidsinstrumenten als basis van sectorontwikkeling en agrarisch plattelandsbeleid. Meer info op www.ilvo.vlaanderen.be.

Over Boerenbond

In overleg met de maatschappij wil Boerenbond als landbouworganisatie bouwen aan een levenskrachtige, duurzame land- en tuinbouw. Deze duurzaamheid vertaalt zich op vier terreinen: ecologisch, economisch, sociaal en maatschappelijk. Boerenbond zet naast de belangenverdediging ook in op innovatie en onderzoek en wil daarmee de Vlaamse landbouw uitbouwen tot een innovatieve sector die klaar staat voor de uitdagingen van de toekomst.

Over MilkBE

MilkBE is de erkende brancheorganisatie voor de Belgische zuivelsector die enerzijds producenten van melk en anderzijds kopers en verwerkers van melk vertegenwoordigen. ​ MilkBE is actief op terreinen waar de samenwerking tussen de schakels in de zuivelketen tot meerwaarde leidt. Dit geldt in het bijzonder op het vlak van kwaliteit en samenstelling van de melk, voedselveiligheid, duurzaamheid in de keten en relaties tussen de producenten en de zuivelindustrie.

 

 

Delen

Meest recente verhalen

Website preview
Offshore windmolenparken: Literatuurstudie wijst op belang monitoring chemische emissies
Franse en Duitse wetenschappers hebben op basis van literatuuronderzoek en een inventaris van gebruikte materialen in kaart gebracht welke chemische stoffen windmolenparken op zee mogelijks kunnen uitstoten. Het onderzoek toont het belang van monitoring en uniforme regelgeving over alle Noordzeelanden heen. De studie kadert in een breder project Anemoi (Interreg), gecoördineerd door het Vlaamse Instituut voor Landbouw-, Visserij- en Voedingsonderzoek (ILVO). “Het is duidelijk dat we ook ter plaatse moeten onderzoeken welke stoffen effectief van de windmolenparken in zee terecht komen, en welke impact dat heeft op het mariene milieu”, zegt coördinator Bavo De Witte (ILVO).
ilvo.prezly.com
Website preview
Cementloos beton in ILVO-sleufsilo’s kan CO₂ voetafdruk tot 70% reduceren
Primeur: Eerste grootschalig bouwproject met geopolymeer-bindmiddel, in agrarische sector
ilvo.prezly.com
Website preview
VIB en ILVO breiden partnerschap uit
Nieuwe samenwerkingsovereenkomst ondertekend op proefveld met 320 sojatypes en ambitieuze tests
ilvo.prezly.com

Persberichten in je mailbox

Door op "Inschrijven" te klikken, bevestig ik dat ik het Privacybeleid gelezen heb en ermee akkoord ga.

Over ILVO

Het Instituut voor Landbouw-, Visserij- en Voedingsonderzoek (ILVO) is een onafhankelijk wetenschappelijk onderzoeksinstituut van de Vlaamse overheid. Het krijgt van die overheid de opdracht mee te werken aan de verduurzaming van de landbouw, visserij en agrovoedingssector. In eerste instantie in Vlaanderen, maar bij uitbreiding ook in België, Europa en in de rest van de wereld. De missie van ILVO is kennis opbouwen om op een maatschappelijk verantwoorde manier, binnen de planetaire grenzen, voldoende, gezond en gevarieerd voedsel te kunnen produceren voor de 10 miljard te voeden mensen in 2050.

Neem contact op met

Burgemeester van Gansberghelaan 92, 9820 Merelbeke-Melle

pers@ilvo.vlaanderen.be

www.ilvo.vlaanderen.be