Klimaatneutrale, energieflexibele proefaccommodatie voor ILVO pluimveeonderzoek
Eerste steen gelegd door minister Jo Brouns op 9 mei 2025
9 mei 2025

ILVO is gestart met de bouw van een nieuw Pluimvee Innovatie Centrum, dat doorgedreven energieflexibel en klimaatneutraal zal zijn. Dat is een primeur, én een grote uitdaging, omdat bij uitstek pluimveehuisvesting erg hoge eisen stelt aan variabele ventilatie en variabele verwarming. Wat zich vertaalt in pieken en dalen in energieverbruik.
Op vrijdag 9 mei 2025 legt Vlaams minister van Omgeving en Landbouw JO BROUNS de officiële eerste steen voor het gebouw. “Zes oude proefstallen afbreken, en deze vervangen door één gedurfd, hoogtechnologisch, multifunctioneel gebouw dat zeer diverse onderzoeksdoelen kan beantwoorden, is een goede deal. Wij blijven als Vlaamse regio in verduurzamend veehouderij onderzoek investeren.”

Op de bovenste foto, van links naar recht: Schepen voor Duurzaamheid in Merelbeke-Melle Tim De Keukelaere, schepen voor Land- en tuinbouw in Merelbeke-Melle Filip Thienpont, gedeputeerde voor de provincie Oost-Vlaanderen Joke Schauvliege, ILVO afdelingshoofd Dier Bart Sonck, ILVO onderzoekscoördinator pluimvee Evelyne Delezie, PIO projectleider An Schrijvers, administrateur-generaal van ILVO Joris Relaes, Vlaams minister voor Landbouw Jo Brouns.
UITDAGING 1: BOUWTECHNISCH VEELEISENDE KIPPEN
De gewenste temperatuur en ventilatievraag in een pluimveestal, dus ook in een proefaccommodatie voor pluimveeonderzoek, is verre van constant. Eéndagskuikens behoeven een warme leefomgeving (32°C met een vloerwarmte tussen 28-30°C en een relatieve luchtvochtigheid tussen 40% en 65%). (Bijna) slachtrijpe kippen geven veel warmte af en vragen juist koeling naar idealiter 18°C, en dus een krachtige ventilatie. Pluimveehouderij is m.a.w. een klant van moduleerbare klimatisatie. Wie zo’n systeem ook nog klimaatneutraal wil maken moet focussen om een performante aansturing van ingenieus geïntegreerde energietechnieken. Door de klimaatverandering is de uitdaging voor verwarming, koeling en ventilatie de laatste jaren nog vergroot in de veehouderij. Er komen steeds meer dagen met extremere condities qua hitte, koude of luchtvochtigheid.
UITDAGING 2: NETCONGESTIE ALS BEDREIGING VAN PRODUCTIEZEKERHEID
Door de energietransitie (overschakeling van gas of olie naar elektriciteit) en door recente technologieën zoals datacentra verhoogt de druk op het elektriciteitsnet. Bedrijven en projectontwikkelaars vragen verzwaringen van hun bestaande aansluitingen of bijkomende aansluitingen. Als alle stroomverbruikers en bedrijven op hetzelfde moment de aan hen toegewezen capaciteit effectief gebruiken, dan kan er lokaal netcongestie of netverzadiging optreden. De elektriciteitsprijs op de day-ahead markt houdt daar al rekening mee: elektriciteitsprijzen zijn ‘s ochtends tussen 7:00 en 9:00u, en ’s avonds tussen 17:00 en 20:00u doorgaans veel hoger dan ’s middags, vaak tot dubbel zo hoog op zonnige dagen. Energieflexibiliteit (aan de vraagzijde) betekent dat de (grote) verbruikers hun gewenst verbruik via modulatie en eigen hernieuwbare energiebronnen en -buffers kunnen afstemmen op het beschikbaar aanbod (zon) en op de transfo-capaciteit van bijvoorbeeld de hele ILVO-site.
INNOVATIES OM ENERGIEFLEXIBILITEIT EN KLIMAATNEUTRALITEIT TE BEREIKEN
Om de beoogde energieflexibiliteit en de totale klimaatneutraliteit te leveren zit de innovatie in het nieuwe Pluimvee Innovatie Centrum van ILVO met name in de combineerbaarheid van duurzame technieken..
Voor het concept kon ILVO rekenen op begeleiding en ondersteuning (ook financieel) van het ‘Programma Innovatieve Overheidsopdrachten’ (PIO) bij VLAIO. PIO helpt de Vlaamse overheid en Vlaamse publieke sector om – via overheidsopdrachten – innovatieve oplossingen te laten ontwikkelen, testen en valideren, waarvoor nog geen kant-en-klare oplossingen op de markt zijn.
Mark Andries, administrateur-generaal VLAIO: “Dit project is een perfecte illustratie van hoe het streven naar duurzaamheid en klimaatneutraliteit hand in hand gaat met innovatie en leidt tot toekomstbestendige oplossingen. Ik ben tevreden dat we mee mogen bijdragen aan deze state-of-the-art pluimvee-onderzoeksstal en hoop dat ze – eens gerealiseerd - zal fungeren als voorbeeld voor de hele sector.”
Joris Relaes, administrateur-generaal ILVO: “In de planningsfase van dit proefgebouw is er ook hard gewerkt op de economische kant van de geschakelde technologieën. Het systeem zal continu de juiste (zuinigste, meest rationele) prioriteiten evalueren binnen het aanwezige gamma van duurzame verwarmings-, koelings- en ventilatietechnieken. Deze pragmatiek gaat de sector, en ook de overheid, zeker interesseren.”
Er zijn drie verschillende warmtebronnen:
- Geothermie: er worden diepteboringen uitgevoerd die warmte via een medium aan een vrij constante temperatuur naar boven halen uit de ondergrond
- Thermische energie: fotovoltaïsche-thermische panelen (PVT of zgn. hybride zonnepanelen) op het dak
- Restwarmte van de ventilatielucht die gerecupereerd wordt uit de luchtwasser.
De verwarming in de stal kan naargelang de behoeften op drie mogelijke manieren. Enerzijds via vloerverwarming ( zeer energie-efficiënt opgewekte basiswarmte), en anderzijds via twinbuizen aan de zijwanden. Dat zijn metalen heet water buizen met aan twee kanten een vlak metalen profiel. Ten derde wordt de ventilatielucht die de stal binnenkomt geconditioneerd (gekoeld of verwarmd) via luchtgroepen met verwarmings- en koelingselementen.
Uiteraard is de doorgedreven isolatie en luchtdichtheid een belangrijk element om het gebouw inerter (minder snel reagerend op hitte of koude van buiten) te maken. Zowel vloer als muren als dak en vloer krijgen een dikke ‘jas’ om.
Qua elektriciteit doet het gebouw aan
- Zelfproductie: er wordt door de PVT-panelen flink wat geleverd (>250 kWp)
- Thermische opslag van energie kan gebeuren via water. Er is een waterbuffer van 50m³, dankbaar om pieken van de energieproductie af te vlakken of uit te stellen naar de meest gunstige momenten.
- Groene (gekochte) stroom via het Vlaams Energiebedrijf VEB: voor elektriciteit die niet afgedekt kan worden door zelfvoorziening wordt er (groene) stroom van het net gehaald.
“Op jaarbasis streeft ILVO met dit gebouw naar zoveel mogelijk zelfconsumptie van de eigen opgewekte energie. Volledig energie-autonoom zijn we niet. Dat zou te duur uitkomen en is niet nodig om klimaatneutraliteit te bekomen. Het is vooral belangrijk dat we flexibel kunnen omgaan met elektriciteitspieken en dat we op die manier het elektriciteitsnet niet extra belasten. Fossiele brandstof wordt in het gebouw NIET gebruikt.”
SUPERBREIN STUURT DE SYSTEMEN
Het energiemanagementsysteem stuurt de gewenste energie met alle technieken die geïntegreerd zitten in een netwerk. De regeling kiest automatisch de beste (combinatie van) energie- en warmtebronnen.
Gerlinde De Vogeleer, energiecoördinator ILVO: “De beslissing steunt op weers- en gebouwmodelvoorspellingen, beschikbaarheid van zelfopgewekte elektriciteit, (lage) netprijzen of het vermijden van netpieken. Wij benadrukken dat ILVO met deze flexibele sturing flink bijdraagt aan de energietransitie in Vlaanderen.
Precies in die sturing zitten veel leerkansen voor de pluimveehouderij: hoe worden de warmte- en ventilatiebehoeften van de kippen tijdens al hun levensfases ingevuld met warmteafgifte (zoveel mogelijk) op lage temperatuur en met een accuraat afgesteld set aan prioriteiten?
VOOR DIVERS & AMBITIEUS PLUIMVEE ONDERZOEK
De nieuwe pluimvee proefaccommodatie aan de Burgemeester Van Gansberghelaan 92 in Merelbeke-Melle zal 70 meter lang en 41 meter breed zijn, en is vergund voor maximaal 14.000 vleeskuikens. Zes oude energieverslindende, niet-ammoniakemissiearme stallen zijn eerst gesloopt.
Het gebouw telt negen compartimenten waarin licht en klimaat nauwkeurig en apart geregeld kunnen worden. Elk compartiment kan vleeskuikens huisvesten in onderverdeelde hokken (‘pens’), met moduleerbare of wegneembare wanden. In wetenschappelijke proeven is dat noodzakelijk om via voldoende herhalingen betrouwbare conclusies te trekken.
Evelyne Delezie, Pluimvee-onderzoekscoördinator ILVO: “Dit gebouw opent perspectieven om zowel onze fundamentele als onze toepassingsgerichte gespecialiseerde kennis verder uit te bouwen, en deze te delen met het beleid, de stakeholders en de maatschappij.”
Het architecturaal opzet is dus vooral gericht op moduleerbaarheid, voor erg verschillende proefopzetten en velerlei onderzoeksvragen. Zo onder meer:
- Diverse voeder-, water-, managementstrategieën en hun impact op diergedrag, diergezondheid, emissies, excreties en vleeskwaliteit. Hierover krijgt ILVO veel vragen uit de sector. Optimale voedersamenstelling, voederbehoeftes, valorisatie alternatieve additieven of grondstoffen (bijvoorbeeld algen, microbieel eiwit of circulaire reststromen) komen aan bod in dit onafhankelijk kenniscentrum.
- Precision livestock farming: digitale en roboticasystemen testen zijn zeker mogelijk.
- Milieu- en klimaatonderzoek: Ook emissies zullen vanaf nu end-of-pipe gemeten kunnen worden. De sensoren en de automatische data verzameling vanuit de centrale sturing correleren aan milieu- en klimaateffecten en aan bepaalde praktijken, behoort tot de mogelijkheden.
- Licht en lucht, binnen en buiten: Vier compartimenten zijn voorzien van extra daglicht en een wintertuin, met toegang tot een vrije uitloop. Onderzoek naar alternatieve huisvestingsconcepten is dus een optie.
- Opleidingen voor zowel stakeholders als onderwijs.
CONCLUSIE: VEEL INNOVATIE ONDER ÉÉN DAK
Het gebouw is te beschouwen als een ‘proof of concept’ waarbij zowel dier- als omgevingsgerelateerd onderzoek kan uitgevoerd worden met de nieuwste technieken en in samenwerking met verschillende onderzoeks- en/of privé-partners. ILVO zet hiermee blijvend in op de ondersteuning van een bloeiende, Vlaamse pluimveesector.
Aannemers en studiebureaus

